Vrij circulerend tumor DNA (ctDNA) in bloed als biomarker voor darmkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen

onderozek dr Fijneman

Stop Darmkanker Nederland steunt dankzij haar donateurs het wetenschappelijk onderzoek van dr. R. Fijneman. Na zijnpromotieonderzoek in kankergenetica aan het NKI (1997) heeft Fijneman de tumorbiologie onderzocht tijdens zijn postdoctorale periode aan de Harvard Medical School (Boston, VS) en het VU Medisch Centrum (Amsterdam). In 2004 is Fijneman lid geworden van de groep van prof.dr. Gerrit A. Meijer, waar zijn onderzoek zich concentreerde op translationele gastro-intestinale oncologie. Hij streeft ernaar diagnostische, prognostische en voorspellende biomarkers voor colorectale kanker te identificeren en te valideren en deze bevindingen te vertalen naar klinische toepassingen. 

Vrij circulerend tumor DNA (ctDNA) in bloed als biomarker voor darmkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen

Kanker wordt veroorzaakt door een toevallige opeenstapeling van specifieke veranderingen (mutaties) in ons erfelijk materiaal, het DNA. Dit ontregelt de deling van cellen. Deze ongeremde celdeling leidt uiteindelijk tot kanker. In de afgelopen decennia hebben we veel inzicht gekregen in hoe kanker ontstaat, en welke DNA-mutaties veel voorkomen in kankercellen. Van sommige van deze DNA-mutaties weten we inmiddels ook dat ze kunnen voorspellen of een bepaalde therapie aanslaat, waardoor ze gebruikt kunnen worden als zogeheten biomarker. Met deze biomarkers kunnen de diagnose, prognose, predictie, en monitoring van darmkankerpatiënten verder worden verbeterd. Biomarkers geven dus belangrijke aanvullende informatie t.o.v. de huidige klinische, pathologische, en radiologische gegevens.

Vrij circulerend tumor DNA

Om DNA-mutaties in kankercellen te kunnen bepalen, maken we nu gebruik van hapjes tumorweefsel (biopten) of van tumorweefsel dat verwijderd is tijdens een operatie. Dit geeft een goed beeld van de DNA-mutaties in het weefsel op dat moment. Het geeft echter geen overzicht van de DNA-mutaties in andere uitzaaiingen waarvan géén weefsel werd afgenomen.

Het is al enige decennia bekend dat kleine hoeveelheden DNA afkomstig van tumorcellen in het bloed terecht komen. Door technologische ontwikkelingen is het nu mogelijk om deze minuscule hoeveelheden vrij circulerend tumor DNA (ctDNA) op te sporen, vergelijkbaar met het vinden van een speld in een hooiberg. Hiermee is het nu mogelijk om DNA-mutaties van tumorcellen te meten in bloed, een zogenaamd vloeibaar biopt. De verwachting is dat opsporing van ctDNA in deze vloeibare biopten een completer overzicht geeft van de DNA-mutaties in tumorweefsel van de patiënt, inclusief DNA-mutaties in uitzaaiingen waar geen biopt van werd genomen. Daarnaast biedt ctDNA in bloed de mogelijkheid om het effect van een behandeling te volgen in de tijd, omdat de hoeveelheid ctDNA in bloed is gecorreleerd aan de hoeveelheid tumorcellen in de patiënt.

Darmkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen

Darmkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen hebben een relatief slechte prognose. Een deel van deze patiënten komt in aanmerking voor de zogeheten ‘HIPEC-operatie’ (HIPEC). In de nu lopende CAIRO6 studie wordt onderzocht of deze patiënten wel of geen baat hebben bij chemotherapie voor en na de HIPEC-operatie. Deze landelijke studie leent zich bij uitstek voor aanvullend onderzoek naar de mogelijke toepassing van ctDNA als biomarker om te kijken of de behandeling met chemotherapie wel of niet aanslaat in deze groep patiënten.

Dankzij de subsidie van de stichting Stop Darmkanker is het mogelijk om bloedmonsters af te nemen en te verzamelen van darmkankerpatiënten die deelnemen aan de CAIRO6 studie. Dit gebeurt op meerdere tijdstippen voor, tijdens, en na de behandeling. Tevens wordt onderzocht welke technieken voor patiënten met buikvliesuitzaaiingen het meest geschikt zijn om ctDNA te detecteren. Hiermee stelt de stichting Stop Darmkanker ons in staat om de basis te leggen voor de analyse van ctDNA bij darmkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen, om dit vervolgens in Nederland te implementeren.