Darmonderzoek wordt subtieler en minder pijnlijk

Door grote darmpoliepen in één keer weg te halen, is darmkanker beter te bestrijden. Dat verwacht het Universitair Medisch Centrum in Utrecht. Patiënten hoeven zo ook minder vervelende onderzoeken te ondergaan. Er is zo veel vertrouwen in de nieuwe methode dat hij landelijk getest gaat worden.

Doordat sinds 2014 tienduizenden Nederlanders meedoen aan een bevolkingsonderzoek naar darmkanker, komen grote poliepen vaker aan het licht. Dit zijn gemuteerde darmslijmvliescellen die nog niet kwaadaardig zijn, maar dat wel kunnen worden. Tot nu toe worden poliepen groter dan 2 centimeter vaak in delen weggesneden, waardoor verkeerd weefsel kan achterblijven. “Als dat gebeurt, blijkt de kans veel groter dat dit weefsel zich uiteindelijk ontwikkelt tot kanker,” zegt Leon Moons, maag-, darm- en leverarts van het UMC Utrecht.

Veelbelovend

Hij gaat daarom onderzoek doen naar de beste methode om deze poliepen in één ingreep te verwijderen. KWF Kankerbestrijding vindt de nieuwe methode zo veelbelovend, dat het 270.000 euro subsidie geeft om in zeventien ziekenhuizen een vijf jaar durend onderzoek te starten. Om te bekijken of de nieuwe techniek inderdaad beter is, wordt van 212 poliepdragers de ene helft met de oude techniek behandeld en de andere helft met de nieuwe.

“Met deze nieuwe methode snijd je onder de poliep door,” legt Moons uit. De specialist verwijdert met een Japanse snijmethode de poliepen in de darm in één keer, door een extra millimeter gezond weefsel mee te nemen. “Terwijl met de huidige methode bij twaalf procent van de patiënten verkeerd weefsel achterblijft, lijkt die kans bij de nieuwe methode veel kleiner: ongeveer een procent.”

Het risico op complicaties is volgens hem een stuk kleiner dan bij de zwaardere chirurgische ingrepen die volgen als poliepen terugkeren. “Opereren gaat gepaard met sterfte van drie procent en twintig procent van de patiënten krijgt een ernstige complicatie. Bij deze endoscopische behandeling is dit maar 0,03 en zeven procent.”

Een op de acht patiënten moet bij de oude methode een tweede keer onder het mes en een derde van hen moet daarna er nogmaals aan geloven, omdat het weefsel dan nog niet helemaal weg blijkt. “Bij die herhaalonderzoeken moeten patiënten eerst een vloeistof drinken om de darmen schoon te maken en dat wordt vaak niet als prettig ervaren.”

Kijkbuis

Maar daarna komt het pas echt nare deel. “Tijdens de scopie gaan we met een flexibele kijkbuis via de anus naar binnen. Gek genoeg heeft niemand ooit gekeken naar wat dat voor de patiënt betekent.”

Doordat die onaangename herhaalonderzoeken niet meer hoeven, verwacht Moons dat zijn iets duurdere methode op de lange termijn goedkoper uitpakt. “Als die verwachting uitkomt, zullen er specialistische centra ontstaan, waardoor de benodigde tijdsduur en kans op complicaties alleen maar verder afneemt.”

Moons is erg blij met de bereidheid van andere ziekenhuizen om mee te werken aan het onderzoek dat hij met de 27-jarige arts-onderzoeker Yara Backes en de maag- darm- en leverarts Arjun Koch (42) heeft opgezet. “Iedere onderzoeker heeft dromen over welke stap hij wil zetten. Dat we er in Nederland met zo veel ziekenhuizen aan werken, maakt ons in Europa heel bijzonder.”

Bron: Gezondheid en co